Begin 2020 verscheen het essay ‘Shoppen in advent’ van dr. Herman Paul. Hij gaf hierover een interview aan Koos van Noppen, lid van het comité van aanbeveling van ons boek ‘Hoe handel ik eerlijk?’.
In mijn essay Shoppen in advent noem ik ‘consumentisme’ een van de voornaamste religies van onze tijd. Ik doel daarmee, heel concreet, op dingen als boodschappen doen, spullen kopen, je huis verfraaien, je outfit, maar ook op minder materiële zaken als je identiteit ontlenen aan je werk of jezelf beschouwen als een merk dat je op de markt van het leven moet zien te verkopen. Consumentisme fungeert als een sjabloon waaraan mensen identiteit ontlenen, soms ook als alternatief voor het christelijke geloof.
(…)
Ik kies voor ‘advent’ in plaats van voor ‘Godsverlangen’ omdat er zoveel onbestemd verlangen naar God is, inclusief allerlei therapeutische vormen van religiositeit. ‘Verlangen naar God’ kan iets te veel verschillende dingen betekenen. Daarom spits ik het toe op verlangen naar Gods Koninkrijk – het Koninkrijk waarvan de voortekenen soms al te zien zijn, maar dat pas na Christus’ wederkomst in volle glorie zal aanbreken. Die eschatologische gerichtheid, met de spanning tussen het ‘reeds’ en het ‘nog niet’, vind ik een fundamenteel kenmerk van het christelijk geloof.
Met advent bedoel ik dus niet de vier weken vóór Kerst, maar een gerichtheid van het christelijk leven die alle dagen van het jaar geldt. Zoals Karl Barth ergens schrijft: ‘Kan, mag en zal de tijd van de kerk ooit een andere zijn dan adventstijd?’ Die verwachting, een onopgeefbaar element van het christendom, staat ook binnen de kerk onder druk.
De term ‘shoppen’ verwijst vervolgens naar verlangens die in het hier en nu vervulling zoeken. Uiteraard neemt secularisatie in elke tijd andere vormen aan. Maar omdat ik me richt tot Nederlandse christenen in 2020, zoom ik in op een van de belangrijkste ‘liturgieën’ die ons verlangen vandaag de dag vormen: consumentisme. Ik ben onder de indruk gekomen van hoe alomtegenwoordig deze religie is, niet alleen op internet of in de winkelstraat, maar tot in de meest intieme zones van ons bestaan. Consumentisme, zegt de antropoloog Daniel Miller, is een soort ‘liefdestaal’ geworden. Mensen drukken met aankopen en cadeautjes uit wie ze zijn, wat anderen voor hen betekenen en van wie ze houden.
Met zijn focus op het hier en nu staat dit consumentisme op gespannen voet met een christelijk geloof dat wil uitzien naar de komst van Gods Rijk. Het wordt dan ook spannend als consumentisme voor de kerkdeur geen halt blijkt te houden.
(…)
Christen-zijn heeft in onze tijd iets tegendraads. Tegen de stroom in. Niet als individuele karaktereigenschap, maar als de uitkomst van een conflict, of als resultaat van een spanning die in het leven van iedere christen te merken is. Een spanning die alleen maar vol te houden is dankzij kerkelijke gemeenschappen die als tegenkracht fungeren.
Het volledige interview met Herman Paul is hier te lezen.